Een rij huizen aan het water bij zonsondergang

Duurzame Leefomgeving

De verduurzaming van onze economie raakt twee transities; de transitie naar een economie zonder afvalstoffen (de circulaire transitie) en de verduurzaming van ons energiesysteem (de energietransitie). De focus van de gezamenlijke provincies op “duurzame leefomgeving” ligt in het mogelijk maken en scheppen van de juiste randvoorwaarden voor deze transities.

Circulaire Economie en Afvalstoffen

Het doel is dat Nederland tegen 2030 50% minder primaire grondstoffen gebruikt (mineralen, metalen en fossiel) in de overstap naar een circulaire economie. Het doel voor 2050 is een economie zonder afval. Voor een maatschappij waar uiteindelijk álle afvalstoffen als grondstoffen worden hergebruikt is innovatie, kennisdeling en experimenteren essentieel. Hiervoor zijn nieuwe producten en aanpassingen in productieketens nodig. Voor overheden, onderzoek, onderwijs en ondernemers is het belangrijk dat er ruimte is om te experimenteren. Daarmee komen we een stap dichter bij de circulaire economie.

De provincies werken samen aan deze circulaire doelen. De provincies hebben gezamenlijk de IPO Bouwstenenvisie CE en VTH opgesteld (IPO Bouwstenenvisie). Hierin staat hoe provincies vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) kunnen inzetten om de transitie naar een circulaire economie verder te brengen. Daarnaast wordt beschreven welke regelgeving en handreikingen er nu al beschikbaar zijn en wat er aanvullend nodig is aan nieuw instrumentarium om onze doelen te halen. Een belangrijk onderdeel hiervan is het opzetten van het Kennisplatform Afval of niet. In dit platform wisselen omgevingsdiensten, provincies, gemeenten en het Rijk kennis uit over afval- en grondstoffen.

Klimaat en VTH

In de energietransitie hebben de provincies een stevige rol. De ambities voor CO2-reductie en energiebesparing in het Klimaatakkoord zijn groot. De gezamenlijke provincies dragen bij aan het realiseren van deze ambities. Dit doen zij onder andere met vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH).

De provincies helpen mee met het uitwerken van de afspraken in het Klimaatakkoord door bijvoorbeeld suggesties te doen voor wet- en regelgeving. Denk hierbij aan de energiebesparing bij bedrijven, de energiebesparing bij zakelijk wegverkeer, de CO2-heffing voor industrie en de

uitwerking daarvan, en de opvolging van convenanten voor energiebesparing bij de industrie. Ook investeren de provincies in het opbouwen van kennis van de Omgevingswet en de uitvoering van taken die daaruit volgen. Deze kennis passen we vervolgens toe bij de uitwerking van Klimaatakkoord-afspraken.

Het Rijk maakt met de grootste uitstoters van Nederland zogenoemde “maatwerkafspraken” om hun uitstoot in 2030 significant terug te brengen. Voor deze maatwerkafspraken wil het Rijk vergunningverlening versnellen en extra inzetten op kennis opbouw rondom nieuwe en complexe technieken. Dit vraagt veel van de provinciale uitvoeringsdiensten (omgevingsdiensten). Het IPO zet zich in voor afspraken over voldoende middelen en (uitvoerings)kennis op dit onderwerp.

Zeer Zorgwekkende Stoffen

De aandacht voor de schadelijke uitstoot van (potentieel) Zeer Zorgwekkende Stoffen oftewel (p)ZZS en PFAS is de afgelopen jaren sterk toegenomen. De criteria voor ZZS zijn vastgelegd in Europese regelgeving. We willen voorkomen dat ZZS in onze leefomgeving terechtkomen en uiteindelijk, waar het kan, deze niet meer gebruiken. Dit is onder andere vastgelegd in een plan van de Europese Commissie voor 2050 (Zero Pollution Action Plan). De stoffen waarvan ook nu al het gebruik en de uitstoot moeten worden verminderd zijn vastgelegd in verdragen en richtlijnen. Het onderwerp ZZS heeft een sterke link met het onderwerp ‘Circulaire economie en afvalstoffen’.

De provincies zijn voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) bevoegd gezag bij risicobedrijven en grote afvalverwerkende bedrijven. Daarom is het hun taak om vergunningen aan te scherpen, te controleren of regels worden nageleefd en waar nodig te handhaven. Het IPO zet zich samen met haar partners in om de uitstoot van ZZS in de leefomgeving te verminderen. En pleiten bij de politiek en Rijksoverheid voor de juiste wet- en regelgeving om dit mogelijk te maken.