De btw-verhoging duwt de prijs van accommodaties op en heeft daarmee een negatieve impact op het aantal overnachtingen en bestedingen tijdens het verblijf. Daarmee worden ook andere onderdelen van de recreatieve keten geraakt: een daling van het aantal overnachtingen heeft gevolgen voor bezoek aan cafés, restaurants, musea, winkels en vervoer. Zo komen de regionale economie en leefbaarheid onder druk te staan. Zeker kleinere dorpen en kernen hebben veel profijt van toerisme door een versterkt en uitgebreid voorzieningenaanbod.
Provincies zien zich in hun oproep gesteund door enkele recente onderzoeken. Zo blijkt uit onderzoek van Significant APE dat na de btw-verhoging 26% tot 30% van de gasten naar het buitenland gaat. Ook zegt zo’n 5% van de gasten de reis in zijn geheel af. Daarnaast zullen Belgische en Duitse toeristen Nederland vaker links laten liggen. Verder concludeert ABN AMRO over de belastingopbrengsten van de voorgenomen maatregel: “de maatregel lijkt onder de streep meer te kosten dan op te leveren”.
In het belastingplan wordt een aantal wijzigingen voorgesteld met betrekking tot de motorrijtuigenbelasting. De provincies zijn tijdig geïnformeerd over de consequenties daarvan voor de provinciale opcenten. De provincies zijn positief dat de inkomstenderving door de korting voor elektrische voertuigen - in lijn met het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur - door het Rijk wordt gecompenseerd.