Samen met het Rijk en gemeenten zorgen provincies voor een infrastructuur van instellingen die cultuur aanbieden. Daarbij kijken zij naar de specifieke behoeften per regio. Zodat zoveel mogelijk mensen van cultuur gebruik kunnen maken. Hierin kan de provinciale rol verschillen van subsidieverlener tot bemiddelaar of opdrachtgever.
Ook werken provincies aan het behouden, benutten en beleven van ons archeologisch, landschappelijk en monumentaal erfgoed. Zij restaureren monumenten en zoeken naar nieuwe gebruikers. Het publiek beleeft zo de geschiedenis van monumenten uit de verhalen er omheen.
Provincies maken scholieren bekend met de kunsten door cultuuronderwijs in de klas mogelijk te maken. Lessen in literatuur, theater, media of erfgoed zijn niet alleen leuk. Deze lessen vormen kinderen, zorgen voor historisch besef en daagt leerlingen uit zelf te gaan onderzoeken.
De werkzaamheden van het IPO zijn erop gericht goede randvoorwaarden voor het cultuurbeleid in de provincies te bewerkstelligen. Zij doet dat onder andere door nationale wetgeving te beïnvloeden. Daarbij werkt het IPO samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en diverse maatschappelijke organisaties. Ook fungeert het IPO als spreekbuis en belangenbehartiger van de provincies richting de Tweede Kamer.
De bestuurlijke adviescommissie Cultuur behartigt de taken van het IPO en bestaat uit de "vakgedeputeerden" uit de provincies.
De belangrijkste punten uit het cultuurbeleid vind je op de site van Rijksoverheid.
Meer weten over beleidskwesties of subsidieaanvragen? Kijk dan op de website van de Raad voor Cultuur.