Provincievlaggen Buitenhof Warmte Filter
  • Home
  • Nieuws
  • Ruimtebrief minister De Jonge legt grote verantwoordelijkheid bij provincies

Ruimtebrief minister De Jonge legt grote verantwoordelijkheid bij provincies

17 mei 2022 De Ruimtebrief van Minister De Jonge sluit nauw aan op de huidige provinciale rol in de ruimtelijke ordening. Enerzijds biedt de brief een basis om aan de slag te met de grote transities. De rol van de provincies en de mede-overheden is daarbij onmisbaar. Anderzijds vraagt de “grote verbouwing van Nederland” een aantal stevige randvoorwaarden die met de brief nog niet zijn ingevuld. Dat gaat dan met name over het structureel op orde brengen van de benodigde instrumenten en financiën voor decentrale overheden en integraal werken tussen ministeries.

De grote transities

De grote transities op gebied van wonen, mobiliteit, klimaat, stikstof, natuur, water, landbouw en energie hebben aanzienlijke impact op de ruimtelijke inrichting. Dat zien we terug zowel op het platteland als in de steden. Alle gevraagde oplossingen kunnen onmogelijk naast elkaar worden gerealiseerd. Ze vragen slim en meervoudig ruimte gebruik. Dat is een hele puzzel. De puzzel moet samen met partijen in de gebieden zelf gelegd worden, door de opgaven te combineren en in samenhang op te pakken. De provincies spelen met hun gebiedskennis een belangrijke rol in het combineren van de verschillende opgaven en aanhaken van de juiste partners. Die rol van ‘gebiedsautoriteit’ is nodig om op bovenlokale schaal democratisch gelegitimeerd keuzes te maken.

Gebiedsgericht werken

Het leggen van deze puzzel is een continu en spannend proces dat soms lastige keuzes vraagt. We moeten daarbij eerlijk zijn: niet alles kan overal. Dat geeft Remkes al aan in zijn gelijknamige stikstofadvies. Omdat elk gebied anders is, vraagt dat maatwerk. Het vraagt van alle betrokkenen (ook van provincies) iets extra’s, een nieuw soort wederkerig partnerschap. Dat partnerschap brengt de grote transities verder.

De grote opgaven rond klimaat, wonen en natuur zijn urgent en vragen een voortvarende aanpak, want het vergt tijd om tot realisatie te komen. Het ontwikkelen van woonwijken, natuurgebieden of windparken gaat bijvoorbeeld niet van de ene op de andere dag. In de brief legt de minister een ambitieus tijdspad neer. Met het oog op de provinciale statenverkiezingen is het goed om vooraf duidelijke kaders te hebben vanuit het Rijk waarop de volgende collegeprogramma’s gestoeld kunnen worden. Tegelijk is niet alles aan de voorkant uit te tekenen of uit te rekenen. Er is daarom een stapsgewijze aanpak en een continu proces nodig om tot versnelling te komen: leren door te doen.

 

Interdepartementaal denken en flexibel financieren

Het verbinden van opgaven moet ervoor zorgen dat er werk met werk gemaakt kan worden. Integraal werken vereist dat we verder kijken dan sectorale beleidskaders. Belangrijk is ook dat beschikbare middelen flexibel kunnen worden gebruikt. Ruimtelijke ingrepen  kunnen bijvoorbeeld zowel voor wonen als voor klimaat winst opleveren. Dan moet voor zo’n plan ook van de middelen die voor beide opgaven beschikbaar zijn, gebruik gemaakt kunnen worden. Het denken vanuit meerdere departementen krijgt voet aan de grond bij het Rijk, maar moet naar het oordeel van provincies wel steviger verankerd worden. Het idee om te werken met Regionale Investeringsagenda’s (integrale/samenhangende programmering, gekoppeld aan langjarig beschikbare investeringsmiddelen, zowel publiek als privaat) is daarom belangrijk.

Integrale programmering

De brief geeft een groot aantal Novex-gebieden aan. Nu lijkt het of daarbuiten, bijvoorbeeld in Twente of de Kop van Noord-Holland, geen opgaven liggen. Ook in die gebieden werken de provincies, waterschappen en gemeenten met andere partners aan de grote opgaven. Elk gebied werkt in het kader van brede welvaart aan een gezamenlijke ontwikkelagenda en moet waar nodig kunnen rekenen op betrokkenheid van het Rijk. Natuurlijk is de intensiteit en aandacht die van het Rijk gevraagd wordt per gebied en in de tijd verschillend.

Ambities, de afspraken daarover en de middelen (financieel en instrumenteel) zijn nog niet in balans. Dit is onderbelicht in de Ruimtebrief en vraagt aandacht van alle betrokken departementen. Zonder dat worden decentrale overheden op voorhand opgezadeld met een onmogelijke opgave. Hierbij gaat het niet alleen om programmabudgetten, maar ook om gezonde financiële verhoudingen met ook een toekomstbestendig eigen belastinggebied voor de provincies. Dat is voor provincies een cruciale randvoorwaarde.

De provincies zijn er klaar voor om samen met het Rijk, gemeenten en waterschappen aan de slag te gaan met de grote transities.

 

Gedeputeerde Huib van Essen reageert namens de gezamenlijke provincies op de ruimtebrief.

Bekijk hier de brief