Alle partijen, behalve Forum voor Democratie, geven aan dat er een stikstofprobleem is. De beweegredenen komen vrijwel overeen: er is stikstofruimte nodig voor woningbouw, landbouw, infrastructuur en/of natuurherstel. Daarnaast zijn vrijwel alle partijen het eens dat PAS-melders moeten gelegaliseerd worden.
De voorstellen waarmee de partijen de stikstofcrisis willen verhelpen, lopen uiteen. PVV, JA21, BBB, SGP en NSC willen de rekenkundige ondergrens verleggen naar 1 mol per hectare. Daarnaast zijn deze partijen tegen gedwongen uitkoop.
De PVV, VVD, CDA, JA21, BBB, FvD en de CU willen de kritische depositiewaarde schrappen als wettelijk stuurmiddel. GL/PvdA richt zich op gerichte uitkoop van piekbelasters en begeleiding naar extensieve landbouw. De SP en D66 richten zich op onnodige schaalvergroting. Geen megastallen, maar kringlopen op regionale schaal.
CDA, JA21 en de Partij voor de Dieren hebben speciale aandacht voor de provincies. Het CDA onderschrijft het ‘Bouwstenendocument Emissiereductie Landbouw’ van het IPO, de VNG, de Unie van Waterschappen, LTO en NAJK. Ze noemen het een belangrijke eerste stap die met het Rijk verder moet worden uitgewerkt. JA21 geeft aan dat er samen met de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) gekeken moet worden naar het Bouwstenendocument. De Partij voor de Dieren geeft aan dat ingrijpende besluiten die nodig zijn om uit de natuurcrisis te komen niet langer bij provincies over de schutting worden gegooid.
GL-PvdA, CDA, FvD en de CU hebben als doelstelling om 100.000 woningen per jaar bij te bouwen, in lijn met de oproep van het IPO. De SP en Volt willen 1 miljoen woningen realiseren. De PVV, GL-PvdA, CDA, D66, SP, BBB, CU en NSC richten zich ook op de betaalbaarheid van woningen. Deze partijen willen (minimaal) 30% sociale huur.
In onze inbreng aan de partijen hebben we opgeroepen tot sneller, goedkoper en duurzamer bouwen. De focus ligt voor de partijen voornamelijk op sneller bouwen. Het inkorten van procedures en fabrieksmatig bouwen moeten dit bewerkstelligen. Splitsen, optoppen en woningdelen dragen volgens hen bij aan goedkope woningcreatie. Om te verduurzamen zetten nagenoeg alle partijen in op het isoleren van huizen.
Wat betreft financiën houden veel partijen de kaarten tegen de borst. Enkel JA21, SP en de CU durven bedragen te noemen. JA21 geeft structureel 0.5% van het BBP, iets meer dan €5 miljard, uit aan woningbouw. D66 trekt jaarlijks €2 miljard uit. SP richt graag een Nationaal Woonfonds op waar €30 miljard in wordt geïnvesteerd. De ChristenUnie wil voor het komende decennium €20 miljard extra vrijmaken voor woningbouw.
Volt en NSC pleiten voor meer provinciale inspraak. Volt wil de provincies een aanjagende rol in het gemeentelijk bouwbeleid geven, bijvoorbeeld door te helpen bij het beoordelen van bouwplannen en vergunningsaanvragen. Daarnaast is Volt van plan om ruimtelijke ordeningsopgaven te centraliseren, omdat provincies te veel losse opgaven krijgen. NSC wil provincies een belangrijke stem geven in het aanwijzen van versnellingslocaties.
Een aantal partijen heeft nog aanvullende wensen. Zo creëert PVV een nationaal crisisplan voor voldoende woningen. En GL-PvdA een Wet Versnelling Woningbouw. De PvdD is daarnaast voornemens wonen te ontkoppelen van de markt, zodat het winstoogmerk wegvalt.
Veel partijen zien noodzaak in de verzwaring van het stroomnet om netcongestie te verhelpen. De PVV en FvD niet. Zij zien de oplossing in het afbreken van ‘wiebelstroom’, zoals zonne- en windenergie. De duurzame vormen van opwekking hebben het in meerdere partijprogramma’s lastig. Het gros van de partijen schrijft dat zonnepanelen op enkel daken horen, niet in weilanden. Windenergie moet zo veel mogelijk op zee.
Veel partijen kiezen voor robuuste energieopwekking in de vorm van kernenergie. PVV, VVD, CDA, JA21, D66, BBB, FvD, SGP, Volt en NSC zijn voorstanders. Veel van hen stippen ook de ontwikkeling van SMR’s aan (kleine kerncentrales). Daarnaast wordt het gebruik van groene waterstof door de meeste partijen toegejuicht.
GL-PvdA, VVD, CDA, BBB, PvdD, Volt en CU noemen flexibel gebruik van stroom als deeloplossing. D66, SP, PvdD, Volt, CU en NSC pleiten voor minstens 50% lokaal eigenaarschap van energieprojecten, zodat de omgeving beter betrokken wordt bij de opwek van stroom. De VVD en CU zetten in op energiehubs. D66, SGP, Volt, CU en NSC benoemen het nut van warmtenetten.
N.B.: het programma van DENK is nog niet gepubliceerd en daarom niet meegenomen in de analyse.