Aanwezige Kamerleden:
Derk Boswijk (CDA), Laura Bromet (GL-PvdA), André Flach (SGP), Ines Kostic (PvdD), Van Campen (VVD), Nijhoff-Leeuw (PVV), Harm Holman (NSC), Marijke Podt (D66), Pieter Grinwis (CU) en Caroline van der Plas (BBB)
Aanwezige bewindspersonen:
Minister Femke Wiersma (BBB)
Staatssecretaris Jean Rummenie (BBB)
Woensdag 4 september sprak de Kamer bijna 6 uur met de nieuwe minister en staatssecretaris van LVVN. Die ochtend kwam het nieuws naar buiten dat het NPLG zou sneuvelen, wat tot de nodige ophef leidde. Onder provincies, onder partijen die met provincies al druk bezig zijn met de gebiedsplannen en onder de Kamerleden. Het zette de toon van het debat, waarin niet alleen de oppositie kritisch was, maar ook coalitiepartijen als VVD en NSC een niet mis te verstane bijdrage leverden. En Van der Plas (BBB) zich geroepen voelde haar minister te verdedigen door uit te halen naar twee vorige coalitiegenoten die met grote woorden de minister bevragen, maar er zelf ‘een complete puinhoop van hebben gemaakt de afgelopen 4 jaar’. “Dit is een kundige minister met veel kennis, laten we nu eerst rustig wachten op wat de plannen behelzen.” Maar dit bedaarde de gemoederen niet, in tegendeel.
Minister Wiersma vond de timing van het debat wat ‘ongelukkig’ , omdat ze eigenlijk niet inhoudelijk kon reageren op het uitgelekte nieuws. Volgende week komt het regeerakkoord en de week daarna de miljoenennota naar buiten. Maar daar wilde noch de minister noch de staatssecretaris op vooruit lopen. Dus hoewel ze ruim 5,5 uur met elkaar hebben gedebatteerd is er uiteindelijk weinig tot niets duidelijker geworden over de nieuwe plannen van het kabinet. Het geld is weg en het plan is weg, zoveel is zeker. Maar de doelen staan volgens de minister overeind. Waarbij de hamvraag van de Kamer is: hoe dan? Dat moet de komende anderhalve week duidelijk worden.
NPLG: gooi geen oude schoenen weg voor je nieuwe hebt
De beeldspraak komt veelvuldig voorbij in het debat; gooi toch vooral geen oude schoenen weg voor je nieuwe hebt. Het NPLG is kennelijk van de baan, maar wat is dan plan B? Grinwis (CU) noemt het je reinste pyromanenpolitiek. “Het NPLG wordt met 1 pennenstreek doorgestreept, in de fik gezet en ik zie nog geen bluswerkzaamheden, laat staan nieuwe opbouwwerkzaamheden.” Een groot deel van de Kamer verwijt de minister dat de slopende onzekerheid bij veel boeren alleen nog maar erger wordt en dat dit niet helpt om het vertrouwen én de natuur te herstellen.
Holman (NSC) stelt dat het NPLG een wezenlijk onderdeel is van de oplossing van de problematiek. En de provincies spelen een grote rol in die oplossing, in de inrichting van het landelijk gebied. Hij is benieuwd hoe de provincies ruimte zien om hun taak toch uit te voeren. Daar heeft hij verwachtingen van, maar ook zijn twijfels over. NSC gaat het kritisch bekijken en zien hoe dat uit gaat pakken. Maar 100% vertrouwen dat het op deze manier tot een oplossing gaat leiden heeft hij niet.
Veel partijen geven aan dat de provincies boos en ongerust zijn. De reacties van de provincies Utrecht en Noord-Holland worden zelfs voorgelezen, maar Van der Plas (BBB) herkent dat helemaal niet. Provincies kijken volgens haar met belangstelling uit naar de plannen die er aan komen.
Minder geld, meer scherpe keuzes
Minister Wiersma zegt nadrukkelijk dat dat wat in de media staat niet het regeerakkoord is. Maar
dat het gezien het hoofdlijnenakkoord toch ook geen verrassing kon zijn dat er scherpe keuzes gemaakt moeten worden. Voor alle plannen uit het NPLG hadden de provincies 58 miljard gevraagd. En daarbij vroegen de provincies ook nog om generiek beleid. “Nu hebben we 5 miljard, met ook een duidelijk accent waar dat aan besteed moet worden, dus het is geen hogere wiskunde dat daar scherpe keuzes gemaakt moeten worden.”
Eén van die scherpe keuzes is volgens de minister dat er ook als het gaat om de agrarische sector herstel van vertrouwen moet zijn. Ze erkent dat er hard gewerkt is in de provincies, maar toch is die vertrouwenskloof een stuk groter geworden.
Op de vraag van Podt (D66) hoe de 5 miljard ingezet gaat worden, wil de minister nog vooruitlopen. Dat komt terug in het regeerprogramma en daar wordt in het kabinet nu nog over gesproken.
Wiersma nuanceert het beeld dat de provincies nu helemaal geen geld meer hebben voor hun vergevorderde plannen. “Ze hebben tegen de 2 miljard waar ze mee aan de slag kunnen met de versnellingsmaatregelen en de koplopersprojecten. Dus het is niet in één keer weg en ze hoeven niet stil te vallen. Ze hebben best veel middelen voor de komende jaren om een hele hoop processen waar ze aan hebben gewerkt en nog aan werken in de benen te houden.” Daarnaast noemt ze de 500 miljoen voor agrarisch natuurbeheer en de 5 miljard uit het hoofdlijnenakkoord.
“Provincies snappen heel goed dat op basis van het hoofdlijnenakkoord er andere keuzes gemaakt zullen worden.” En de minister ziet een goede samenwerking met de provincies gewoon weer tegemoet. De gevraagde 58 miljard heeft ze niet, maar ‘we gaan met de middelen die er zijn zo goed mogelijk aan de slag’.
De bij het verdelen van het koplopersgeld benadeelde provincies hebben haar specifieke aandacht. De minister is ‘oprecht aan het kijken of ze daarin nog iets kan doen’.
Nieuwe koers
Er is deze zomer heel hard gewerkt aan nieuwe plannen en om de nieuwe koers die dit kabinet volgt te concretiseren. De doelen staan overeind en met nieuwe randvoorwaarden en ook met het structurele geld voor agrarisch natuurbeheer, geeft het kabinet daar op een andere manier invulling aan. Het kabinet houdt zich aan internationale vastgestelde doelen, maar gaat een aantal zaken als derogatie en Natura 2000-gebieden, opnieuw bespreekbaar maken in Europa. Boswijk (CDA) vraagt naar de rol van de provincies in de nieuwe plannen en hier licht Wiersma een klein tipje van de sluier op: het nieuwe plan is ook uitvoeringsgericht. Hoe ze dan ‘zoveel mogelijk middelen in de uitvoering krijgt’ daar is de minister nog niet heel erg duidelijk over. Ze ziet een haakje naar de ANLB-middelen (Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer) en ze zal daarbij ook gebiedsgericht kijken. Hoewel ze daar meteen aan toevoegt dat ze ook heel scherp gaat kijken of iedere euro die wordt ingezet ook wel sec aan die wettelijke doelen bijdraagt.
Pasmelders/rekenkundige ondergrens
Veel zorgen bij de Kamer, maar ook bij de minister over de PAS-melders. De tijd dringt, binnenkort moeten de provincies echt gaan handhaven en dat wil niemand. Voor minister Wiersma zijn de PAS-melders de hoogste prio. “We doen ons uiterste best om met een pakket te komen, dit is al in gang gezet.” Ze staat open voor alle mogelijke oplossingen omdat ze vindt dat het kabinet alles moet aangrijpen om de pasmelderproblematiek op te lossen.
Boswijk (CDA) vraagt naar generaal pardon en een drempelwaarde zoals in Duitsland. Wiersma zegt dat dit in het verleden niet juridisch houdbaar is gebleken, Maar ze sluit niets uit en staat er voor open om dit weer tegen het licht te houden. Ze wil gaan met het nieuwe kabinet fors inzetten op innovaties, zoals meetsystemen voor stallen (samen met provincies) en realtime monitoring.
Wiersma voelt het ongeduld van de commissie, maar het kost tijd om dit zorgvuldig te doen. Zo is het niet niets om van depositiebeleid naar emissiebeleid te gaan. Grinwis (CU) wil een brief over het emissiebeleid maar dat lukt volgens de minister echt niet voor de begrotingsbehandeling (eind oktober). Ze zegt toe er ‘op de kortst mogelijke termijn’ mee te komen. Ze geeft hierbij al wel aan dat ze stapeling van zo veel mogelijk instrumenten wil voorkomen.
Rekenkundige ondergrens
Hoe staat het met de rekenkundige ondergrens of een drempelwaarde? Laten we voorkomen, stelt Van Campen (VVD) dat we nu de PAS-melders van de toekomst creëren. Dat is Wiersma met hem eens. “Als we nu te snel met een onvoldoende onderbouwde rekenkundige ondergrens komen en richting de Raad van State gaan, dan levert dat risico’s op”. Ze wil dan ook niet zoals Holman (NSC) vraagt nu al gaan praten met de RvS over een mogelijke ondergrens van één mol. Voor Holman (NSC) is het helder: AERIUS is niet geschikt voor berekeningen van een enkele bron en ene drempel onder de 1 mol is wetenschappelijk, statistisch niet logisch en niet te accepteren.
Wiersma zegt dat de verwachting was dat het onderzoek in opdracht van provincies naar een rekenkundige ondergrens een voorstel op zou leveren. En ook zij is teleurgesteld dat dit nog niet is gebeurd. Maar de minister wil niet nu al met de RvS praten, dat wil zij alleen doen met een concreet voorstel onder de arm. “Het heeft helaas meer tijd en meer onderzoek nodig. Als we nu kiezen voor een ondergrens van iets wat tussen de 0,0005 mol en 1 mol inzit dan is het weer een drempelwaarde. En de drempelwaarde is door de RvS afgeschoten. Juist een rekenkundige ondergrens is wel juridisch houdbaar.” Ze legt uit dat een drempelwaarde een gekozen waarde is en dat een rekenkundige ondergrens wetenschappelijk onderbouwd is. En daarmee juridisch houdbaar. De focus van het kabinet ligt nu op die rekenkundige ondergrens, met een wetenschappelijke onderbouwing. Volgens Holman (NSC) klopt dat niet en hij roept de minister nogmaals op nu al in gesprek te gaan met de RvS over wat er mogelijk is op grond van 1 mol en vergunningverlening. Maar Wiersma herhaalt dat pas te doen met een concreet voorstel.
Over de vorm en de duur van het vervolgonderzoek kan de minister nog niets zeggen.
Van Campen (VVD) stelt dat er helemaal geen onderzoek nodig is. Er zijn simpelweg bronmaatregelen nodig om zo’n rekenkundige ondergrens in te voeren. Gaat de minister dat doen? Wiersma zegt dat ze gaat kijken naar reële emissiedoelstellingen en erkent dat bronmaatregelen van belang zijn. Maar op doorvragen van Van Campen (VVD) over voorbeelden van maatregelen geeft ze nog niet thuis. Dat is nog te prematuur, ze komt er voor het einde van het jaar op terug.
Europa
De minister herhaalt een paar keer in het debat dat de afspraken die in Brussel zijn gemaakt staan. En zolang de gesprekken die ze met Brussel gaat voeren nog niet tot enige uitkomsten hebben geleid, staan de bestaande doelen en afspraken overeind.
Grinwis (CU) vindt dat bemoedigend. Betekent dit ook dat de minister de 10% verlaging van het mestplafond als een geaccepteerd feit ziet? En dat zij de instandhouding van de natuur en het verbeteren van de waterkwaliteit als voorwaarden ziet om derogatie te krijgen? En dat zij invulling gaat geven aan grondgebondenheid? Dat wil de minister niet zo expliciet zeggen. Ze verwijst naar het hoofdlijnenakkoord waarin staat dat het kabinet achter de internationale en nationale doelen staat. En over een aantal afspraken gaat ze in gesprek met Brussel. Grinwis (CU) wil een helder ja of nee maar dat krijgt hij niet. “Dat afspraken zijn afspraken en of we dingen doen, dat is de uitwerking en dat volgt nog”, aldus Wiersma.
Inbreukprocedure
Bromet (GL-PvdA) vraagt Rummenie naar de uitvoering van het aanvalsplan Grutto. Vindt de minister ook niet dat dit plan hét middel is om de lopende inbreukprocedureDeze link opent in een nieuw tabblad te voorkomen? Rummenie erkent dat dat het aanvalsplan Grutto een belangrijk onderdeel is van het pakket maatregelen dat nodig is om het tij te keren voor de weidevogels. Het weidevogelbeheer moet onderdeel zijn van een integrale aanpak met onder andere goede waterpeilen, een open landschap en ook het tegengaan van predatie. De inbreukprocedure omvat meer dan het agrarisch natuurbeheer en de staatssecretaris wil kijken hoe ‘zijn antwoord in de inbreukprocedure kan leiden tot het stoppen van die procedure’. Van der Plas (BBB) ziet dat er per provincie verschillende regels bestaan over predatiebeheer en vraagt Rummenie hier meer regie op te voeren. En wat zijn de gevolgen van stoppende boeren op wiens land gebouwd gaat worden? Wat doet dat voor de teruggang in weidevogelbeheer? Rummenie belooft er in een brief aan Van der Plas op terug te komen.
Europastrategie
Boswijk (CDA) vraagt of het wegvallen van het NPLG en het transitiefonds gevolgen heeft voor wat we met Brussel hebben afgesproken over de derogatie. Dat hele afbouwpad was er zonder het NPLG en het fonds niet gekomen, stelt hij. Wiersma antwoordt dat de afspraken die met de EU zijn gemaakt over de derogatiebeschikking worden nagekomen. En op basis daarvan gaat ze het verdere gesprek weer aan. Ze voorziet hierover geen ruis op de lijn. “Het vergt een goede inzet en een Europastrategie.” Die strategie komt naar de Kamer, maar waarschijnlijk niet voor de begrotingsbehandeling. “Maar de contouren staan in het regeerprogramma.”
De wolf
Vanuit de Kamer klonken zorgen over de aanpak van de wolf. Provincies zitten met de handen in hun haar, gaf Boswijk (CDA) aan. Er zijn mogelijk al honderd wolven in ons land, benadrukte Flach (SGP). Net als in Frankrijk en Zweden zijn volgens hem beheermaatregelen nodig, die wettelijk verankerd zijn. Kostic (PvdD) stuurde aan op maatregelen om te zorgen dat wolf en mens naast elkaar kunnen leven.
Nijhof (PVV) zag liever dat er aparte leefgebieden voor de wolf komen, met voldoende natuurlijk voedsel. Van der Plas bepleitte het terughalen van het beleid rondom wolven naar het ministerie. Zodat provincies niet zelf het wiel hoeven uit te vinden.
Staatssecretaris Rummenie deelde de zorgen over het toenemend aantal incidenten. Hij werkt samen met de provincies aan een uitvoeringsplan wolf en zoekt naar instrumenten (noemt afschikken, wegjagen, afschieten). Het landelijk wolf fencingteam moet zorgen dat we ons vee beter beschermen tegen wolfaanvallen.
Verder zal de staatsecretaris in Europa aandacht vragen voor de bijzondere situatie: een klein en dichtbevolkt land. Hij denkt niet aan centralisatie van het beleid, maar zal een regierol spelen zodat we tot een nationale aanpak kunnen komen.
Hij onderzoekt met de provincies hoe we kunnen komen tot een goede beschrijving van de probleemwolf en de onderbouwing van afschot. Over het Wolveninformatiepunt zegt hij dat het centrum nog ingericht moet worden. De provincies zijn hier de autoriteit. Geld speelt hier even geen rol. Verder gaf hij aan dat Europese fondsen in te zetten zijn voor beschermende maatregelen.
Hoe meer wolven er komen, hoe meer zij wennen in dit dichtbevolkte land aan het feit dat er altijd mensen zijn, verwachtte Rummenie. Het kan het karakter van wolven beïnvloeden zodat ze minder schuw worden. ,,Daar maak ik me ernstig zorgen over.’’
Vlak voor het debat waren er weer Kamervragen over de wolf beantwoord.
Dualisme ten top
Van Campen (VVD) wordt aan het slot van het debat nog even stevig ondervraagd door Boswijk (CDA), Kostić (PvdD) en Bromet (GL-PvdA). Zij voelen feilloos aan dat de VVD’er het lastig heeft met de andere koers van deze nieuwe bewindspersonen. Wanneer is het voor hem genoeg? ‘Gewoon wachten tot de verkiezingen over 4,5 jaar, of is het al eerder schluss?’, bijt Bromet (GL-PvdA) hem toe. Van Campen (VVD) dient hen meteen van repliek en somt moeiteloos op wat hij verwacht van dit kabinet. Hij wil maatregelen zien op het gebied van afroming bij verhandeling van dierrechten. Hij wil een voorstel zien hoe het kabinet omgaat met de afspraak van toewerken naar grondgebondenheid. Hij wil voorstellen zien hoe generiek beleid wordt uitgewerkt op het gebied van vergunningsruimte op dit moment voor individuele bedrijven. En hij wil zien of de minister gaat werken met een rechtenstelsel op het gebied van emissiebeleid of dat zij op een andere manier gaat werken. “Maar”, voegt hij er aan toe, “laten we ons ook realiseren dat dit hele impactvolle maatregelen zijn. Ik geef het het kabinet te doen.”
En hoe lang gaat hij dit kabinet de tijd geven, dringt Kostić (PvdD) aan. “Volgens de nitraatrichtlijn moeten de nieuwe normen per 2026 gelden en op de kaderrichtlijn water worden we in 2027 afgerekend. Om die doelen te halen moeten de maatregelen waar mijn partij de afgelopen 3,5 jaar de nek voor uit heeft gestoken liever vandaag dan morgen worden ingevoerd.” Dat ging volgens Van Campen (VVD) toen al heel moeizaam en hij vraagt zich openlijk af of het anders kan zoals het nieuwe kabinet zegt. “Ik zal me moeten laten overtuigen” , klinkt het weinig overtuigend.
Zowel Holman (NSC) als van Campen (VVD) zijn dus opvallend kritisch naar hun eigen bewindspersonen. Coalitiegenoten met frisse tegenzin. Met zulke vrienden heeft dit kabinet geen vijanden meer nodig.
En verder nog….
- Flach (SGP) vraagt of het geld voor agrarisch natuurbeheer naar voren kan worden gehaald. Hij hoort van de collectieven dat de opschaling van 120 miljoen die het nu is naar 500 miljoen wel een hele grote stap is. Dan is er het risico dat er in 2026 geld op de plank blijft liggen. Als he het naar voren haalt kan het trapsgewijs ingezet worden. De minister is hier al over in gesprek en staat er pragmatisch in. Als er een noodzaak is om het naar voren te halen, dan wil ze dat zeker proberen.
- Kostic (PvdD) vraagt welke concrete stappen Rummenie gaat zetten om de Waddenzeenatuur te herstellen. De staatssecretaris zegt toe hier in een brief op terug te komen.
- Over de aanpak van de mestproblematiek wil Wiersma nog niets zeggen, dat hele pakket aan maatregelen komt voor Prinsjesdag naar de Kamer.
- Boswijk (CDA) vraagt Rummenie naar de stand van zaken natuurdoelanalyses. “Zodat we in ieder geval perspectief hebben op een leven na AERIUS.” Rummenie geeft aan de Kamer hier tussen het herfstreces en het kerstreces nader over te informeren.
Toezeggingen
De toezeggingen waren niet allemaal even helder, ik heb ze hieronder letterlijk weergegeven.
- Minister Wiersma stuurt de Kamer eind 2024 een concreet voorstel over emissiereductie.
- Minister Wiersma stuurt uiterlijk voor het kersreces 2024 een brief naar de Kamer over een mogelijk stelsel van dierrechten.
- Minister Wiersma stuurt voor Prinsjesdag 2024 een brief naar de Kamer over het mestpakket, met daarin een specificatie over de inzet van middelen, een timeline, de resultaten van de maatregelen en een reactie op het advies van de Raad van State over de wetwijziging meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie.
- Minister Wiersma stuurt de Kamer in het eerste kwartaal van 2025 de resultaten van een onderzoek over de economische schade van de stikstofproblematiek.
- De minister stuurt voor het kerstreces een brief over de mogelijkheden en de houdbaarheid van de vrijstelling natuurvergunningen energieprojecten.
- Staatssecretaris Rummenie stuurt de Kamer voor het kerstreces 2024 het traject om tot het Nationaal Natuurherstelplan te komen met daarin de uitwerking van de motie van lid Kostić over de afspraak over natuurbescherming.
- Staatssecretaris Rummenie stuurt de Kamer voor het kerstreces schriftelijk de antwoorden op de vragen van Van der Plas (BBB) over de verantwoording van de kosten van de natuurgebieden in Winterswijk, het beheer van de provincies, het beheer van de grutto en andere weidevogels in relatie tot de uitkoop van boeren.
- Staatssecretaris Rummenie vraagt na bij de provincie Utrecht of tegen de ouders is gezegd dat ze niet mochten zeggen dat hun kind door een wolf was aangevallen (vraag van Van der Plas nav berichtgeving bij RTV Utrecht)
- Staatssecretaris Rummenie informeert de Kamer in het 4e kwartaal over hoe de Waddenzeenatuur zal worden hersteld.
- Staatssecretaris Rummenie informeert de Kamer in het vierde kwartaal 2024 over het ontwikkelen van het landelijk fencingteam WOLF.
- Staatssecretaris Rummenie neemt de Kamer mee in zijn reactie naar UNESCO over de werelderfgoedstatus van de Waddenzee.
Tweeminutendebat
Er is een tweeminutendebat aangevraagd (korte plenaire afronding) waarin nog moties kunnen worden ingediend. Dit debat is nog niet gepland.