Voorzitter: gedeputeerde Jelle Beemsterboer
Programmadirecteur: Stijn van Wely
n Nederland willen we overal kunnen wonen en werken in gezonde, veilige en levendige omgevingen, met schone lucht, water en bodem, bescherming tegen overstromingen en schoon drinkwater. Deze vanzelfsprekendheid staat onder druk: de balans tussen menselijk gebruik en de natuurlijke systemen van water en bodem is verstoord.
Provincies willen deze balans herstellen door opgaven in samenhang aan te pakken. Dit gebeurt via een landelijke én gebiedsgerichte aanpak, waarbij samen met lokale experts en belanghebbenden per gebied kansen en uitdagingen worden bepaald. Zo ontstaan routekaarten die aangeven waar en hoe verbeteringen het meest effectief zijn.
Natuur vormt de basis van het leven in Nederland. Zorg voor bodem en water is cruciaal om deze weerbaar te maken. Dat vraagt op korte termijn aanpassingen, maar biedt op lange termijn zekerheid. Daarbij wordt integraal gekeken naar samenhangende vraagstukken als wonen, voedselproductie, mobiliteit en klimaat.
De uitvoering vindt plaats via gebiedsprogramma’s, waarin provincies samen met partners – zoals gemeenten, waterschappen en ondernemers – nationaal beleid vertalen naar regionale plannen. In deze programma’s worden combinaties gezocht tussen landbouw, water, natuur en andere functies als wonen, industrie, energie en recreatie.
Het Programma Natuur, onderdeel van de stikstofaanpak, investeert tot 2030 bijna 3 miljard euro in het verbeteren van natuur. Dit moet leiden tot robuustere natuur en minder stikstofuitstoot, waardoor ook ruimte ontstaat voor economische ontwikkeling en woningbouw. De Agenda Natuurinclusief versterkt natuur buiten beschermde gebieden, zoals in steden, op landbouwgrond en in grote wateren.
Voor de landbouw streven provincies naar een sterke, innovatieve sector die maatschappelijke en milieudoelstellingen ondersteunt. Via het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid wordt gewerkt aan een toekomstbestendig platteland, bestand tegen extremen in weer en klimaat, met goede voorzieningen en ruimte voor ondernemerschap. Zo ontstaat een landelijk gebied dat leefbaar is, economisch vitaal en in balans met water, bodem en natuur.