Provincies: goede basis voor einde stikstofslot
02 december 2025
De provincies herkennen in het tussenverslag van informateur Sybrand Buma veel van de elementen uit...
Lees meer
De Nederlandse woningmarkt staat voor grote uitdagingen, maar ook voor zichtbare vooruitgang. Dat werd vandaag duidelijk tijdens de Dag van de Volkshuisvesting, waar beleidsmakers, woningcorporaties, marktpartijen en bewonersvertegenwoordigers bijeen kwamen om de balans op te maken
In 2025 komen er naar verwachting 77.600 woningen bij, na de 82.400 woningen uit 2024. De eerder voorspelde bouwdip voor deze jaren is hiermee terug te zien in de cijfers. Positief is dat de verduurzaming van woningen, gebouwen en gebieden in Nederland verder op gang is gekomen. Bijvoorbeeld omdat er meer aardgasvrije woningen zijn en minder woningen met de slechte energie-labels E, F en G.
De Woontoppartijen hebben afgesproken om zich de komende periode vooral extra te richten op de uitvoering van de bestaande afspraken zoals het instellen van regionale versnellingstafels waar die nog ontbreken, beter benutten van bestaande panden, standaardisatie van regels en stabiel beleid om tempo te houden in de bouwopgave.
Rob van Muilekom, gedeputeerde Utrecht en als IPO-portefeuillehouder woontop vandaag aanwezig bij het bestuurlijk overleg: “De Woontop is meer dan alleen afspraken maken. Het is een publiek-private alliantie met één ambitie: versnellen. Juist nu met oog op de kabinetsformatie moeten we laten zien dat deze samenwerking ertoe doet. We maken de woningbouwopgave samen haalbaar door te zorgen voor voldoende betaalbare en toekomstbestendige woningen.”
Ondanks positieve ontwikkelingen blijven er structurele knelpunten bestaan. Als gebiedsregisseurs van de ruimte zetten provincies zich in om de woningnood te verminderen. Het doel is om in totaal bijna 1 miljoen woningen te bouwen tussen 2022 en 2030. Recent onderzoek onder de twaalf provincies laat zien dat de uitvoering vastloopt. Stikstof is de grootste belemmering. Ruim 50% van de geplande woningbouw ligt binnen 5 kilometer van stikstofgevoelige natuur, waardoor het vaak niet mogelijk is om vergunningen te verlenen. Netcongestie raakt meer dan 30% van de woningbouw in Nederland. Zo hebben bouwers vaak geen zekerheid over stroomaansluitingen, waardoor projecten stilvallen. De impact verschilt per provincie, maar in Utrecht, Flevoland en Gelderland knelt het meest. In die provincies is het goed mogelijk dat er vanaf 2027 een deel van de woningen niet meer gebouwd kunnen worden.
Provincies en gemeenten investeren zelf veel geld in woningbouw en proberen bestaande instrumenten beter te benutten, zoals actief grondbeleid en het versnellen van de vergunningverlening. Dit is alleen niet genoeg. Op dit moment is er minder dan 1% van de Rijksbegroting per jaar beschikbaar, dat is te weinig en vraagt om minstens € 4 tot € 5 miljard per jaar voor wat veel mensen zien als het grootste probleem van Nederland. Provincies en gemeenten gaan ervan uit dat de formerende partijen met veel interesse kijken naar de inhoud van het rapport en gaan hierover graag in gesprek. De provincies zijn blij dat D66 en CDA in hun tussenverslag erkennen dat er stappen moeten worden gezet op cruciale randvoorwaarden zoals stikstof en netcongestie. Het geeft perspectief dat zij ook de uitkomsten van de Woontop willen voortzetten, zodat we samen snel kunnen werken aan oplossingen die Nederland vooruithelpen.
Vandaag was ook het bestuurlijk overleg van de nationale Woontoppartners – het Rijk, provincies, gemeenten, corporaties, marktpartijen en maatschappelijke organisaties. Sinds de Woontop van 2024 zijn tastbare resultaten geboekt. Zo is er landelijk 3,4 miljard euro vrijgemaakt voor woningbouw, bereikbaarheid en gebiedsmaatregelen, goed voor circa 273.000 woningen.
Foto van bouw appartementencomplex in Deventer