Meer en meer wordt duidelijk dat de PFAS-vervuiling schadelijk is voor mens en milieu. Uit onderzoek naar PFAS-aandachtslocaties (bodem) en grondwatermetingen blijkt dat de vervuiling groot is. Het RIVM heeft afgeraden eieren van kippen uit eigen tuin te eten. PFAS in wijn en zeeschuim heeft eveneens het nieuws gehaald, net als de aanwezigheid van PFAS in ieders bloed. Provincies en gemeenten maken zich als bewakers van de gezonde leefomgeving steeds meer zorgen om de wijdverspreide PFAS-vervuiling. Als mensen voor een langere tijd te veel PFAS binnenkrijgen, kan dat schadelijk zijn voor de gezondheid: voor het immuunsysteem, de voortplanting en de ontwikkeling van een ongeboren kind. Én bodemsanering is kostbaar. Op de 52 plekken waar dit tot nu toe gebeurt, kost dit al minstens € 68 miljoen. Dat is waarschijnlijk een fractie van de totale saneringskosten. Om nog niet te spreken over zuiveringskosten, zorgkosten en kosten die gepaard gaan met vertraging van woningbouwprojecten i.v.m. grondverzet en het beheer van de openbare ruimte.
Zet in op een voldoende omvangrijk verbod vanuit Europa, en stimuleer alternatieven
Het is positief dat de Europese Unie werkt aan het Europese PFAS-restrictievoorstel. Het is nodig om dit proces snel en zo volledig mogelijk af te ronden. In 2023 hebben provincies en gemeenten zich al uitgesproken voor het Europese PFAS-restrictievoorstel. In de tussentijd moet Nederland niet stilzitten en moet de PFAS-uitstoot zo snel mogelijk omlaag. Gemeenten hebben recent opgeroepen tot het instellen van een nationaal verbod op PFAS, wat de urgentie voor actie onderstreept.
Alleen als we PFAS-vervuiling aan de bron tegengaan, kan de vervuiling een halt toe worden geroepen. Daarbij moet ook aandacht zijn voor consumentengedrag en PFAS-houdende consumentenproducten. Het Europese PFAS-restrictievoorstel moet alleen uitzonderingen toestaan waar dat strikt noodzakelijk is en echt niet anders kan, zoals bij sommige medische toepassingen.
Een PFAS-verbod maakt dat alternatieven voor PFAS-houdende producten hard nodig zijn. Duidelijk moet zijn welke alternatieven te gebruiken zijn, ook door consumenten. Als dat beeld er is, kunnen overheden een stimulans geven aan samenwerkingen om te innoveren, aan proeven en aan opschaling van alternatieven. Hiermee kunnen we PFAS-emissies tegengaan, ook zolang er nog geen PFAS-verbod is. Daarnaast kan de beschikbaarheid van alternatieven bijdragen aan een Europees restrictievoorstel met minder uitzonderingen: een PFAS die niet noodzakelijk is hoeven we niet te gebruiken. Wij verwachten van het Rijk regie bij het onderzoek naar alternatieven. Ook is meer onderzoek nodig naar effecten van sommige (minder bekende) PFAS soorten op de omgeving en gezondheid.
- Blijf in Brussel aandringen op een zo snel en volledig mogelijk Europees PFAS-restrictievoorstel.
- Onderzoek naar en investeer in alternatieven voor PFAS, zodat er geen noodzaak meer is om PFAS te gebruiken.
Stel een Nationaal coördinator PFAS in
Het PFAS-probleem is groot en bestrijkt veel onderwerpen. Het zit overal, in ons lichaam, eten en drinkwater, maar ook in het milieu, zoals in zeeschuim en landbouwbodems. Landelijke regie is daarom noodzakelijk maar ontbreekt. Stel een Nationaal coördinator PFAS in. Deze kan ervoor zorgen dat op rijksniveau (inter- en intradepartementaal en met de rijksinstituten) effectieve afstemming plaatsvindt. Daarmee kan de coördinator één aanspreekpunt zijn voor alle betrokken overheidspartijen. Het kan partijen bij al deze onderwerpen bij elkaar brengen waardoor het probleem in zijn geheel te beschouwen is en een samenhangende aanpak kan worden geformuleerd. Dit maakt proactief en preventief optreden mogelijk. Daarnaast is betere communicatie over het PFAS-dossier inclusief de risico’s van PFAS-vervuiling nodig. Communicatie tussen overheden onderling, maar ook naar de inwoners van Nederland.
- Stel een Nationaal coördinator PFAS in.
Integraal plan voor bodemsanering van PFAS-vervuiling
Het PFAS-risico is bij bepaalde locaties zo groot dat sanering nodig is. Met rijksgeld lopen er onderzoeken om verontreinigde locaties in beeld te krijgen. Voor enkele locaties is al een sanering gestart. Er komt een normstelling, juridische handvatten en een kennisprogramma bodem en PFAS. Provincies en gemeenten roepen het Rijk op om vanuit een integrale visie te kijken wat er nodig is om de PFAS-problematiek aan te pakken. Hierbij moet aandacht zijn voor herstel, preventie en beheer, en is het cruciaal dat er afdoende rijksmiddelen beschikbaar zijn. Het IPO en de VNG helpen graag mee met het opstellen van dit integrale plan en de uitvoering ervan, samen met andere overheden en het bedrijfsleven. Het is verstandig vanuit het Rijk een nationaal coördinatiepunt PFAS (met interdepartementale afstemming) in het leven te roepen.
- Stel een integraal plan op voor de sanering van PFAS-vervuiling.
PFAS als Zeer Zorgwekkende Stof
Sinds eind 2024 zijn PFAS Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Daardoor hebben bedrijven die PFAS naar de lucht uitstoten de verplichting om de uitstoot te vermijden of anders te verminderen. Ze moeten dit beschrijven in een Vermijdings- en Reductieprogramma (VRP). Deze verplichting geldt sinds de invoering van de Omgevingswet ook voor indirecte lozingen. Bedrijven moeten hun VRP elke vijf jaar vernieuwen en laten goedkeuren. De provincies en gemeenten constateren de volgende tekortkomingen op VRP's:
1. Een minimalisatieverplichting betekent niet dat de uitstoot van PFAS naar nul gaat. PFAS is hardnekkig. Ook een geringe emissie zorgt voor schade, juist doordat er geen afbraak plaatsvindt. Hierdoor is het zaak de uitstoot uiteindelijk helemaal te niet te doen.
2. De kwaliteit van de VRP’s verschilt sterk doordat onduidelijk is hoe een VRP eruit moet zien, en omdat de kosteneffectiviteit niet geborgd is in wet- en regelgeving. Provincies en gemeenten vragen het Rijk daarom om een landelijk beoordelingskader op te stellen. Zo zijn plannen meer uniform en efficiënter te beoordelen.
- Geef nader invulling aan de minimalisatieplicht.
- Stel een landelijk beoordelingskader voor VRP’s op.
PFAS in water
PFAS lost goed op in water. Gemeenten zijn bevoegd gezag voor indirecte lozingen, welke leiden tot de aanwezigheid van PFAS in rioolwater. Provincies zijn dat daar waar het indirecte lozingen van complexe bedrijven betreft. PFAS zijn er bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties niet of erg slecht uit te halen. Of alleen met aanvullende, dure technieken. Vandaar dat we moeten zorgen dat indirecte lozingen aan de voorkant al zo veel mogelijk gezuiverd zijn. Wij vragen het Rijk te investeren in de ondersteuning van provincies en gemeenten om de VTH-taak zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren, ook met het oog op de Kaderrichtlijn Water (KRW).
- Investeer in gezamenlijke kennisontwikkeling om tot een adequate en gedragen VTH-aanpak voor lozingen op en in het (riool)water te komen.
Gewasbeschermingsmiddelen
PFAS-vervuiling komt niet alleen door de industrie maar ook door het gebruik van PFAS-houdende gewasbeschermingsmiddelen. Als de industrie geen PFAS meer uitstoot, vindt er nog steeds substantiële diffuse verspreiding van PFAS in het milieu plaats en raken bodem, oppervlaktewater en grondwater vervuild.
Hoe eerder er alternatieven voor PFAS-houdende gewasbeschermingsmiddelen zijn en hoe sneller deze middelen verdwijnen, hoe minder drinkwaterzuivering kost. Vandaar dat het IPO en de VNG het Rijk oproepen de ontwikkeling en toepassing van PFAS-vrije gewasbeschermingsmiddelen te onderzoeken.
IPO bepleit dat het op nationaal niveau noodzakelijk is PFAS toe te voegen als extra omgevings/ drempelwaarde voor de KRW-grondwaterlichamen, en het tevens op te nemen op de lijst van specifiek verontreinigende stoffen voor oppervlaktewater.
- Voeg PFAS toe als extra nationale omgevings/drempelwaarde voor KRW-Grondwaterlichamen en aan de lijst van specifiek verontreinigende stoffen voor oppervlaktewater (IPO).
- Onderzoek en investeer in alternatieven voor gewasbeschermingsmiddelen zonder PFAS.