Voice over: Waar je ook woont in Nederland, je wil leven in een omgeving waar lucht, water en bodem gezond zijn. Helaas is dit in veel gebieden nu niet vanzelfsprekend. In gebiedsprocessen werken we aan opgaven op het gebied van water, klimaat, stikstof en natuur. Deze komen in een stroomversnelling door het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Zo herstellen we met elkaar de balans om onze leefomgeving mooier, rijker en gezonder te maken.
Leo Barth, Wethouder gemeente Krimpenerwaard: “Het gebiedsproces is een heel passend instrument om partijen bij elkaar te brengen. Want daarin zitten niet alleen de provincie, de gemeente en het hoogheemraadschap, maar ook de landbouwsector en de natuur. We hebben hier een natuuropgave liggen.”
Gerald Hemstede, agrarisch ondernemer in Stegeren: “We hebben een wateropgave hier liggen. Hoe kunnen we met elkaar een gebiedsproces starten zodat we als alle jonge ondernemers met elkaar een toekomst houden?”
Tom Stienstra, gebiedsregisseur provincie Overijssel: “En kijk dan hoe je misschien de taart wel groter kunt maken.”
Joost van Oosterwijk, gebiedsmanager provincie Zuid Holland: “Hoe kun je de belangen van de agrariërs verbinden aan de opgave in het landelijk gebied?”
Bart Jaspers Faijer, wethouder gemeente Ommen: “Je wil ook dat het goed gaat met je inwoners en dat het een rechtvaardig proces is.”
Marinus de Vries, agrarisch ondernemer Krimpenerwaard: “Vertrouwen is natuurlijk verschrikkelijk belangrijk. Daar staat of valt een project mee.”
Voice-over: In alle provincies lopen gebiedsprocessen. In deze film kijken we als illustratie hoe dat eraan toe gaat in twee heel verschillende gebieden. In de Krimpenerwaard in Zuid-Holland en in het Vechtdal in Overijssel.
Bart Jaspers Faijer: “De rol van de provincie is wat mij betreft cruciaal omdat de provincie uiteraard een gesprekspartner is voor het Rijk, het kabinet en derhalve ook voor de middelen zich inzet. Wat ik dan merk: het zijn vraagstukken die overstijgen een gemeente. Dat zijn gebiedsvragen. Dan ben ik blij dat er een provincie is die zegt: We hebben wettelijke doelen te behalen, maar we willen ook leefbaarheid en dat de landbouw perspectief houdt.”
Joost van Oosterwijk: “Je zult in het gebied je gezicht moeten laten zien. Je zult een aantal aanspreekpunten in het gebied moeten hebben en voor mij ook weer binnen het provinciehuis de beleidsspecialisten erbij halen die veel kennis hebben over een specifiek thema. Maar je moet samen wel die integrale aanpak maken.”
Ryan Nijzink, rentmeester landgoed Junne a.s.r.: “Landgoederen staan er bekend om dat ze vaak al eeuwenlang werken aan die meervoudige opgaves. Dat doen ze op een manier waarbij ze rekening houden met zowel rendabele functies als onrendabele functies en die ook met elkaar proberen te verbinden. In de visie van Landgoed Junne staan ook maatschappelijke opgaven beschreven. We kwamen tot de conclusie dat die echt goed aansluiten op de provinciale doelen. Dat was voor ons reden om contact te zoeken met de provincie om te kijken of we samen kunnen optrekken omdat we een gezamenlijk belang hebben.”
Leo Barth: “In dat overleg wat we op gezette tijden met elkaar hebben willen we kijken of we met elkaar in consensus besluiten kunnen nemen. Soms is dat moeilijk, soms is het wat makkelijker. Maar bij alle partijen is de wens en het streven om met elkaar hier uit te komen. En dat geeft vertrouwen om open met elkaar te spreken. Soms ook emoties te delen, soms ook ergernis uit te spreken. Maar ik zeg altijd: Als het kopje leeg is, kun je hem ook weer vullen. Als die emotie is uitgesproken, kunnen we praten over oplossingen.”
Marinus de Vries: “Omdat hier geen ruilverkaveling geweest is, heb je nog een authentiek gebied wat heel mooi is en met grote ingrepen kun je heel veel dingen verknallen.”
Voice-over: In gebiedsprocessen werken we toe naar concrete resultaten, maar het blijft ook mensenwerk.
Tom Stienstra: “Dat sentiment is heel divers. Gelijktijdig merk ik in toenemende mate dat het sentiment wel aan het kantelen is. Ondernemers willen wel. Ze zeggen: Geef me duidelijkheid. Neem ons maar mee, maar bied ook perspectief.
We komen ook sentiment tegen dat ondernemers zeggen: Maar wacht even, dit is ook wel een kans. Ondernemers die soms in groepssituaties zich niet willen uitspreken omdat ze het spannend vinden. Maar vervolgens wel bellen en zeggen van: Hé, ik heb het verhaal gehoord. Ik wil toch eens kijken samen met mijn buren of we toch eens een gesprek kunnen hebben en horen: Wat zijn nou die opgaven? Waar hebben we het over? Wat kunnen jullie voor ons betekenen? En hoe kunnen we samen een stap maken?”
Gerald Hemstede: “We zitten niet voor niets aan tafel en zo langzamerhand zie je ook dat er binnen de provincies wat mee gedaan wordt. Als je met elkaar in een gebiedsproces kunt laten zien wat er mogelijk is en je staat er met zijn allen achter, is voor de uitvoering veel meer draagvlak. Als je dat van hogerhand laat beslissen, dan zeggen ze vaak: Die overheid, die komt weer, komen we niet verder mee. Als je het vanuit het gebied regelt, en de mensen hebben kennis van het gebied. Die weten wat er met de gronden kan, gunnen ook de natuur het goede. Zo kun je heel wat bereiken. En dat is wel de kracht van hoe we hiermee bezig zijn.”
Krimenerwaard
Marinus de Vries: “We staan hier op een perceel klei in veen. Hiernaast liggen twee percelen waar we de waterinfiltratie hebben. Ik zal een stukje zoden eruit spitten en dan kunnen we kijken hoe het er in de grond uitziet. Waar ze die proeven gelegen hebben kunnen ze merken dat het toch wel een halve tot één centimeter per jaar dieper de bodem in gaat. Wat ons motiveert om met die projecten mee te doen is dat we hier in het gebied boer willen blijven. En dat we zelf ook aan het stuur willen zitten. Nu gaan ze praten om het waterpeil in de sloten omhoog te zetten. Dat wordt voor ons wel een heel grote zorg.”
Bart Jaspers Faijer: “Hoe verloopt zo’n gebiedsproces? Wordt het ook als rechtvaardig ervaren? Mogen praktijkervaringen van landbouwers ook worden ingebracht in het proces? Of is het alleen maar een top-downproces? Hier komt het wat mij betreft mooi bij elkaar. Ik zie een serieuze provincie die zegt: Dit zijn de gebiedsdoelen die behaald moeten worden, ondanks dat nog niet alles helder is, dat is ook vanwege rijksmaatregelen nog. En waarvan boeren zeggen: We gaan niet alleen maar wachten. We gaan ook vast met elkaar kijken wat we kunnen doen. Ik merk dat de realiteit in heel Nederland en ook in dit gebied is dat je naar eenzelfde zaak verschillend kunt kijken. Als je op landelijk niveau denkt over de puzzel die gelegd moet worden, is het een kwestie vaak van cijfers en een macro-denken. Maar een boer en grondeigenaar denkt gelijk: wat betekent dit voor mijn bedrijf?”
Tom Stienstra: “Dan praat je over vergoeding bijvoorbeeld voor afwaardering van bestaande landbouwgrond omdat je die exclusiever kunt gebruiken. Dan zul je daar een compensatie voor moeten krijgen. Het zit hem ook in de vergoeding bijvoorbeeld van het onderhouden van landschapselementen. Als we zeggen ‘we willen in 10% van het landelijk gebied een bepaalde groenblauwe dooradering hebben’, dan kost dat geld. De aanleg, afwaardering van die grond, maar ook het onderhoud. Dus daar zal ook compensatie voor moeten komen.”
Gerald Hemstede: “Iemand van de provincie kwam bij me en zei: ‘Bij jullie in het gebied zijn veehouders die misschien wel willen stoppen.’ Die indruk hadden we zelf ook al. Toen had ik als jonge ondernemer zoiets van: Die kans moeten we aangrijpen. Toen zijn we een avond bij elkaar geweest en toen kwam direct naar voren: We moeten nou ook alle ondernemers erbij halen, ook die ouder zijn en die misschien geen potentiële bedrijfsopvolging hebben.”
Tom Stienstra: “Dat hebben we in een aantal gebiedsprocessen gedaan. We zeiden: We zitten hier met een te beperkt aantal eigenaren om tafel om de opgave zoals we die hebben met hen op te lossen. We moeten het gebied groter maken. Daardoor ontstaan er ook weer meer mogelijkheden.”
Gerald Hemstede: “Er lopen interviews bij iedere veehouder, akkerbouwer of andere agrariër om te kijken van: wat is de wens van die ondernemer? Wat wil die ondernemer naar de toekomst? Wil die zijn bedrijf misschien beschikbaar stellen voor het gebiedsproces? Of wil die misschien zeggen: ‘Ik wil wel op een andere manier boeren zodat mijn collega-veehouder gewoon op zijn eigen manier verder kan. En dan neem ik die opgave op mij.’ Dus ja, dat is wel heel mooi en waarom we hier samen een gebiedsproces zijn begonnen.”
Voice over: Gebiedsprocessen horen bij de provincies. We doen het voor en met de bewoners. Dat vraagt om vertrouwen, maar ook om ruimte en middelen.
Leo Barth: “Dat is wel mijn drive als gebiedsregisseur. Dat ik zie dat er energie in de gebieden zit. Ik vind het prachtig werk. Ik ben 1 mei begonnen. Ik kom totaal niet uit de politiek de laatste jaren, maar ik ben enthousiast om dit tot een goed einde te brengen.”