Over regionale economie en cultuur
Lees meer
Samen met het Rijk en de gemeenten, zorgen provincies voor een sterk cultureel netwerk. Ze ondersteunen instellingen, gezelschappen en makers die cultuur aanbieden of culturele organisaties helpen groeien. Daarbij houden ze rekening met de specifieke behoeften van elke regio. Provincies werken aan een veerkrachtige en flexibele culturele sector die toegankelijk, dichtbij en betaalbaar is voor alle inwoners. De ene keer treedt de provincie op als subsidieverlener, de andere keer als bemiddelaar of opdrachtgever. De provinciale rol kan daarbij verschillen van subsidieverlener tot bemiddelaar of opdrachtgever.
Het IPO zorgt voor goede randvoorwaarden als het gaat om het cultuurbeleid in de provincies. Zij doet dat onder andere door de provinciale rol in het cultuurbestel te borgen en nationale wetgeving te beïnvloeden. Hiervoor werkt het IPO samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en verschillende maatschappelijke organisaties. Daarnaast vertegenwoordigt het IPO de provincies bij de lobby in de Eerste en Tweede Kamer. De Bestuurlijke Adviescommissie Regionale Economie en Cultuur (BAC-REC) behartigt de taken van het IPO en bestaat uit gedeputeerden uit alle provincies die het thema Cultuur in hun portefeuille hebben.
Cultuureducatie en cultuurparticipatie zijn essentieel als het gaat om gelijke kansen van inwoners in alle provincies. Culturele ontwikkeling en deelname aan de samenleving moet voor iedereen mogelijk zijn. Dit vraagt om duurzame afspraken tussen de verschillende overheidslagen.
Provinciale instellingen zorgen er samen met culturele organisaties voor dat de vraag en het aanbod op dit gebied optimaal samenkomen. Provincies dragen bij aan goede en toegankelijke cultuurlessen, zowel op school als daarbuiten. Dat doen zij onder andere door te investeren in het programma Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK).
Gemeenten, provincies en het Rijk hebben nieuwe afspraken gemaakt om cultuurbeoefening voor de periode 2025–2028 verder te stimuleren. De nadruk ligt op toegankelijkheid en het aanmoedigen van culturele deelname door inwoners van alle leeftijden en achtergronden. Alle drie vinden ze dat iedereen de kans moet krijgen om zelf cultuur te kunnen beoefenen. Dit draagt bij aan persoonlijke ontwikkeling, mentale en fysieke gezondheid én het brengt mensen samen. Zo vormt cultuurbeoefening als het ware het ‘sociale cement’ van onze samenleving. Lees de bestuurlijke afspraken cultuurbeoefeningDeze link opent in een nieuw tabblad.
De afspraken richten zich op drie hoofdambities:
In de afspraken worden verschillende knelpunten benoemd, zoals de afname van vrijwilligers, regionale verschillen in cultuurbeoefening en het gebrek aan betaalbare huisvesting voor culturele verenigingen. Ook zorgt versnipperd beleid voor hoge administratieve lasten bij uitvoerders. Om oplossingen te vinden voor deze uitdagingen, starten OCW, IPO en VNG in samenwerking met de sector het Ontwikkeltraject Cultuurbeoefening 2025–2028.
Op 19 mei kwamen Rob Van Muilenkom (gedeputeerde provincie Utrecht, Dylan Lochtenberg (Wethouder Veenendaal) en Eppo Bruins (de minister van OCW) bij elkaar tijdens een werkbezoek in Veenendaal om de kansen te bespreken voor Veenendaal aan de hand van de nieuwe landelijke afspraken over cultuurbeoefening.
De bibliotheek is de meest toegankelijke publieke cultuurvoorziening, waar mensen van alle bevolkingsgroepen, leeftijden, inkomens en opleidingsniveaus terechtkunnen. Provincies delen samen met partners de verantwoordelijkheid voor het bibliotheeknetwerk, zoals vastgelegd in de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob).
Provincies zetten zich in voor een sterke en toekomstbestendige bibliotheeksector, zoals vastgelegd in het landelijke Convenant Bibliotheken (2024-2027). Hierin staan afspraken over hoe bibliotheken de komende jaren bijdragen aan gelijke kansen voor iedereen, gebaseerd op de drie maatschappelijke opgaven. Het IPO is een van de ondertekenaars van dit convenant.
Provincies investeren fors in bibliotheekinnovaties, de doorontwikkeling van lokale bibliotheken en in de distributie- en netwerktaken via de provinciale ondersteuningsinstellingen (POI’s). In de periode 2024-2027 ligt de focus op het aanpassen van de Wsob en de uitvoering van het bibliotheekconvenant.